2024-09-13
Stikstofoxide-sensoren, die worden gebruikt om het stikstofoxidegehalte in uitlaatgassen te monitoren, spelen een cruciale rol in emissiecontrolesystemen voor dieselmotoren. Deze sensoren werken onder hoge temperaturen en zware omstandigheden, waardoor ze gevoelig zijn voor storingen als gevolg van factoren zoals vervuiling, koolstofophoping, oververhitting of elektronische storingen.
Het tweede type is de MAP-sensor (spruitstuk absolute druk) of MAF-sensor (massale luchtstroom). Deze apparaten meten voornamelijk het luchtvolume dat de motor binnenkomt en zijn essentieel voor het aanpassen van de brandstofinjectiesnelheid en het ontstekingstijdstip. Hun functionaliteit kan worden aangetast door verstoppingen door stof, olie of andere verontreinigingen, maar ook door mechanische of elektronische storingen als gevolg van langdurige blootstelling aan trillingen.
Het derde type is de krukaspositiesensor, die zowel de positie als het toerental van de krukas van de motor bewaakt – een essentiële functie voor effectief motormanagement. Ditsensorkunnen defect raken als gevolg van slijtage, door trillingen veroorzaakte spanning, temperatuurschommelingen of elektronische problemen die kunnen leiden tot startproblemen of onstabiele motorprestaties.
Ten slotte worden oliedruksensoren gebruikt om de druk in het smeersysteem van de motor te meten, zodat er voldoende smering is voor een optimale werking. Onnauwkeurige metingen kunnen het gevolg zijn van ophoping van slib, corrosie-effecten op componenten of elektronische storingen die de normale werking van de motor kunnen verstoren.
Bovendien zijn andere sensoren, zoals uitlaatgastemperatuursensoren en luchtdruksensoren, evenals ureumniveau- en kwaliteitsindicatoren, ook gevoelig voor storingen. Daarom zijn regelmatige inspecties en onderhoudspraktijken van cruciaal belang om potentiële storingen te beperken.